Een netwerk van naastenliefde

Wie zijn wij?

De grote, wereldwijde gemeenschap van “The Society of St Vincent de Paul” wil mensen samen brengen. Op de één of andere manier zijn we allemaal arm. Armoede betekent niet altijd of noodzakelijkerwijs dat je materiële goederen nodig hebt.

Vincentianen worden geroepen om het lijden en de oorzaken ervan te verlichten. Iedereen te dienen, ongeacht ras, geloof, geslacht, mening of leeftijd. We kunnen de boodschap van het evangelie naleven door Christus in de armen te dienen met liefde, respect, gerechtigheid en vreugde. Het logo van de Sint-Vincentiusvereniging spreekt voor zich.

Het Latijnse motto van de Society of Saint Vincent de Paul “dienen in de hoop” weerspiegelt het wereldwijde karakter en de wens van de Society om de hoop die Christus aan allen biedt te dienen.

De vis, of Ichthus het Griekse woord voor vis is een vroegchristelijk symbool.

Het "rode oog" van de vis is het oog van God dat waakt om de armen onder ons te helpen.

Het kruispunt van de staart symboliseert de eenheid en het samenzijn van onze leden en onze eenheid met de armen.

De blauwe cirkel rond de vis, vertegenwoordigt de katholieke of universele, wereldwijde solidariteit als een internationale gemeenschap.

 

Wat doen wij?

De Vincentiusvereniging is een lokaal georganiseerde vrijwilligersorganisatie, die met behulp van armoedebestrijding en persoonlijke hulpverlening en vanuit het gedachtegoed van Vincentius, een structurele bijdrage wil leveren aan goed leven voor zwakkeren en kwetsbaren in de samenleving.

De Vincentiusvereniging is een vrijwilligersorganisatie op het gebied van maatschappelijke dienstverlening. We zijn voornamelijk lokaal georganiseerd: midden in en vanuit de gemeenschap. Directe en persoonlijke hulp staat daarbij centraal. Waar mogelijk tracht de Vincentiusvereniging de situatie van de mensen structureel te verbeteren. Vanwege regionale verschillen leggen de afzonderlijke afdelingen in het land eigen accenten in de activiteiten. Die zijn zo breed en divers dat het voor vrijwilligers niet moeilijk is taken op niveau te vinden die voldoening bieden. De meeste leden en medewerkers zijn jarenlang betrokken bij de vereniging.
 

Wat kan jij doen?

“Zelfs als je maar weinig kan doen, is dit al veel” (Frederic Ozanam)

Het komt steeds vaker voor dat mensen in acute financiële of materiële problemen komen. Lokale Vincentiusverenigingen helpen waar het mogelijk is in noodsituaties en proberen daar waar het nodig is ook structurele hulp aan te bieden. Als het u overkomt vraag dan of wij u kunnen helpen.

Vrijwilliger zijn bij Vincentiusvereniging is dankbaar werk. U leert veel mensen kennen met dezelfde idealen en doet veel nieuwe ervaringen op. Neem voor meer informatie contact op met de lokale vereniging bij u in de buurt of vul het formulier in bij Vrijwilligers.

Honderden leden zijn dagelijks actief om ieder mens te laten meetellen. Voor een bedrag dat u zelf kunt en wilt missen, heeft u de mogelijkheid deze leden te ondersteunen.
 

Onze inspiratie: De heilige Vincentius

Vincentius a Paulo, ook Vincent Depaul genoemd, inspireert ons vandaag nog sterk in de bestrijding van de armoede.

Vincent Depaul werd in 1581 geboren in het dorpje Pouy, in de Landes van Zuidwest Frankrijk; het dorpje draagt thans de naam "Saint-Vincent-de-Paul". Hij was het derde kind in een gezin van zes; zijn vader had opgemerkt hoe begaafd hij was, en zag voor hem een toekomst als priester. Zo ontmoette hij een aantal belangrijke personen die hem inspireren, zoals Franciscus van Sales, wiens vriend hij wordt. Als aalmoezenier van Koningin Margot, de eerste vrouw van Henri IV en als huisonderwijzer bij de rijke familie de Gondi, ziet zijn toekomst er goed uit. Maar een ontmoeting met een stervende die hem zonden biecht die hij nog nooit eerder had durven opbiechten, confronteert hem met morele armoede. Bij een confrontatie met een volledig gezin dat ziek is en in erbarmelijke ellende in een afgezonderd huis verblijft, raakt hij gechoqueerd door de materiële armoede. Deze ontmoetingen veranderen zijn leven. Nog hetzelfde jaar sticht Vincent Depaul de eerste Confréries de la Charité te Châtillon. Vincent Depaul geeft actie graag voorrang op woorden. "Wij moeten van affectieve liefde overgaan tot effectieve liefde", zegt hij. Hij is een man van daden. Vincent komt onophoudelijk tussen daar waar ellende heerst, onder meer als gevolg van de dertigjarige oorlog (1618-1648). Onder zijn belangrijkste stichtingen tellen we de "Priesters van de Missie" (de Lazaristen) in 1625 en de “Compagnie van de Dochters der Liefde” in 1633, met de hulp van Louise de Marillac.

Hij sterft op 27 september 1660 te Parijs; in 1737 wordt hij heilig verklaard. 27 september is de naamdag van deze – voor vandaag nog zeer belangrijke – heilige.

Onze stichter: Frederic Ozanam

Frédéric Ozanam is de stichter van de Vincentiusverenigingen

Op 23 april 1833 stichtte Frédéric Ozanam op twintigjarige leeftijd, samen met Emmanuel Bailly en vijf bevriende studenten van de Sorbonne in Parijs de Conférence de Charité. Het Parijs van 1831 was een schitterende intellectuele hoofdstad, maar tegelijkertijd een smeltkroes van ellende, met niet minder dan 300.000 behoeftigen. De studenten zagen in dat met praten alleen de wereld niet kon worden verbeterd. Ze bezochten in armoede verkerende gezinnen, gingen op zoek naar hulpbehoevende zieken en bejaarden, hielpen waar nodig, zowel in de steden als op het platteland. Al spoedig kwamen er meer mensen bij en kon de hulp op grotere schaal georganiseerd worden en was de basis voor de vereniging gelegd. De medewerking van zuster Rosalie, Dochter der Liefde, zal een doorslaggevende invloed hebben op de ontwikkeling van deze nieuwe Vereniging. De eerste medewerkers kozen Vincent Depaul als patroon voor hun werkgroepen. De werkgroepen werden “conferenties” genoemd, omdat er ook veel gediscussieerd werd over de structurele gebondenheid van de armoede. Maar het accent lag duidelijk op het handelen. Een bekende uitspraak van Frédéric Ozanam was “Ik wil de wereld omvatten in een netwerk van naastenliefde”.

 

Een concreet getuigenis

vrijwilliger Ester Dewilde

Vele jaren had ik de idee dat je mensen niet moest helpen met hen ‘eten’ te geven. Leer mensen ‘vissen’ in plaats van hen vis te geven. Een waarheid als geen ander, ware het niet dat ik bij huisbezoeken met mijn neus op een andere waarheid gedrukt werd.

Op een avond kwam ik in het gezin van Ann, 2 ouders en 5 jonge kinderen, voor een gesprek. Ik was er (zoals zoveel keer) getuige van het eetmoment. Frieten met ketchup, niets mis mee, ware het niet dat Ann  me vertelde: “Voila, dat is’t, voor morgen is er niets meer, geen eten, niets meer in de frigo of in de kast, geen geld.” Haar man was juist weer zijn werk kwijt. Een goede stielman nochtans, maar hij kon niet lezen of schrijven, steeds weer werd hij daarop afgerekend. Daar sta je dan als hulpverlener met je helpend gesprek… Ik was diep beschaamd en wist meteen dat het anders moest.

Ik heb Ann beloofd om ’s morgens terug te komen. Op die morgen ben ik naar de Colruyt gereden, mijn wagen volgeladen en alles naar Ann gebracht.  Eerst moet die lege maag gevuld worden. Op een hongerige maag, heeft een helpend gesprek geen enkele zin.

Een paar dagen later heb ik met Ann een heel lang gesprek gehad. Over mijn voornemen om een voedselhulp-dienst te starten, en hoe het volgens haar best georganiseerd werd. Ik heb van Ann meer geleerd dan in alle cursussen over armoede en uitsluiting. Zij heeft mij de weg gewezen om voedselhulp niet vernederd te laten verlopen.

De Bosrank werd opgericht, en we werken zoals Ann het voorstelde: een winkelformule met ruime aandacht voor contact. Met aandacht voor doorverwijzing, met ruimte voor een persoonlijke babbel. Met respect en met veel zorg voor gelijkwaardigheid tussen vrijwilligers en hulpvragers. ‘De hand die geeft is altijd hoger dan de hand die neemt’, is een valkuil die we constant moeten bewaken.

Ondertussen zijn we 8 jaar bezig.  De Bosrank werd opgericht onder de koepel van Vincentius. Immers ‘mensen helpen die in nood zijn’ maakt deel uit van mijn geloof.